Knutselen en doen

Hier vind je tips en ideeën om samen met je kinderen binnen of buiten
creatief bezig te zijn rond het thema.

Maakbeschrijving 25 Advent-Schaapjes

Voor de optelkalender heb je 25 schapen nodig die tenslotte bij de kerststal aankomen. Je maakt ze eenvoudig zelf.

Op de model-tekening (onderaan) zie je de onderdelen van het Advent-schaap. Het bestaat uit een lijf met nek, een losse, opgeplakte kop, een langs de rand vastgelijmde vacht, en daaronder twee wasknijpers als poten. De ogen kun je erop tekenen met dunne zwarte stift, maar door rondjes op te plakken (uit de perforator) wordt het gezicht sprekender! Ga uit van wat je in huis hebt, en improviseer op jouw manier.
Maak ze vóór de Advent zo ver mogelijk af, liefst samen met je huisgenoten, zodat je er elke dag een aan de kudde toe kunt voegen. Zie het Adventsversje waar de 25 karaktertjes langskomen.

TIP: bewaar het aanbrengen van de wasknijpers voor de dag waarop dat schaap aan de beurt is.
TIP: Als je geen ruimte hebt voor de kudde, kun je de schapen (zonder wasknijpers) een-voor-een op een wandbord/ vel papier plakken en er papieren poten bij plakken of tekenen.

Nodig:
• Hobbykarton (blok wit/bruin/zwart bijv. Action) voor lijf en kop 
• Losse wol, watten of teddy stof, vanaf ca. 40 x 40 cm voor 25 vachtjes
• Wasknijpers (in supermarkt 48 st voor ca. €2,10)
• Lijm;
• Perforator met gestanste rondjes;
• Viltstift voor gezicht 

Doen:
1. Neem de vorm van het lijf en de vorm van de kop 25 x over op papier. TIP: Bruine koppen zijn aan te raden als je witte/gekleurde oogjes gaat plakken.

Neem de vorm van de vachtjes 25 x over op de achterkant van de teddystof. (Of bereid 25 kleine porties schapenwol/watten voor)


2. Knip de lijven, koppen en vachtjes uit (zie foto's) 

3. Doe streepje lijm langs de bovenrand van het lijf en plak het vachtje daarmee vast. Van onderen blijft er ruimte voor de wasknijpers.

4. Kleur een neus (onderaan de kop) en trek een gebogen snuit-lijn op ong. driekwart van de kop, naar de zijkant van de neus (zie foto). Teken of plak oogrondjes. Geef ze met viltstift een pupil en ‘wenkbrauwen’ en/of ‘wallen’ waardoor steeds andere karaktertjes ontstaan. Je ziet ze vanzelf: droevig, vrolijk, dromerig… Plak het kopje op het lijf. TIP: Ook de plaatsing van de kop doet iets met de uitdrukking, hoog of laag op de nek, voor of in de vacht, schuin, probeer maar!

5. Klem twee wasknijpers als poten om het lijf ónder de vacht. Behalve bij het kale schaap 😉.
Zet je de wasknijpers schuin, dan staat het schaap steviger.

Werkblad:

Het resultaat van je schapenknutsel

 
Marjet de Jong