Oefening: Boom vol leven

 Wees een boom vol leven!

Ga samen op een plek staan waar je een beetje de ruimte hebt om je armen uit te spreiden. Lees de tekst aandachtig voor, met pauzes. Geef je kinderen de tijd om te beleven wat ze doen.

1. Ga maar stevig staan, met je voeten een stukje uit elkaar. Doe je ogen dicht. Je bent een boom, je staat buiten in een mooie tuin. Je staat stevig in de grond. Je hebt wortels, een stam, takken en bladeren…

2.  Breng je onderarmen omhoog, dat zijn je takken….

3. Voel je hoe diep je wortels de grond in gaan? Wieg nu langzaam een beetje heen en weer. Je voeten blijven stevig op de grand. Het waait, voel je dat?... maar jij staat rustig en buigt zachtjes mee met de wind. 

4. Het is winter geworden. Het is koud.  Je takken zijn kaal, je wordt alleen beschermd door je bast. Het begint te vriezen. Maar jij heb er geen last van. Het begint te waaien … te stormen… maar jij hebt er geen last van. Het begint te sneeuwen. Je voelt je heel mooi.

5. De lente komt. Het wordt warmer en warmer. De sneeuw smelt. Binnen in jou begint het te kriebelen en te stromen. Het nieuwe leven gaat naar je takken en in je vingers. Je takken groeien, breng je armen maar omhoog.

6. Aan je takken komen blaadjes…  en bloemetjes… het wordt zomer. Er vliegen vlindertjes en bijtjes om je heen. Je voelt ze wel maar ze kriebelen niet. Je voelt je licht en open, de zon schijnt binnen in je kruin.

7. Je bladeren worden steeds groener en dikker. Ze voelen zwaarder en zwaarder. Of komt dat door de vruchten die aan je takken beginnen te groeien? Het wordt herfst. Je bent rijk beladen. Je laat je vruchten een voor een vallen …  Kinderen komen ze oprapen. Jij staat stevig tussen hen in. Wat rapen ze op? Bedenk het maar in je hoofd.  Wat voor vruchten geef jij?

8. Nu beginnen ook je bladeren te vallen. Je takken zijn leeg, ze mogen uitrusten. Laat je armen maar weer zakken. En wieg heen en weer in de wind. Je hebt even pauze... Je ziet er kaal uit. Maar binnen in jou is het vol leven. Je bent een stukje groter geworden. En omdat ook je wortels een beetje zijn gegroeid, ga je vol vertrouwen de winter in. Je bent een stevige boom. En je hebt heel veel gegeven.

9. Kom nu langzaam weer hier en doe je ogen open. Beweeg je armen en je benen maar, stap en spring en voel je voeten. Je bent weer een mens die kan lopen. Hoe was het om een boom te zijn …?

10. Voer eventueel een kort nagesprekje.

Marjet de Jong

(De illustraties komen uit de serie 'Zo kun je bidden' het boekje 'Met heel  je lichaam)