Winterwarmte delen

Vertellen

Hier vind je nieuwe versjes en verhalen, en advies over kinderboeken
en bijbelverhalen bij het thema.

Warme bijbelverhalen

Warmte delen in de Bijbel

In de Bijbel gaat het niet vaak over de winter, maar wél over het delen van een hartverwarmend visioen. Als je een ander aansteekt met je enthousiasme, wordt er van alles mogelijk! Eenlingen worden deel van een groep. De vriendschap groeit aan als een warm breiwerk.

Soms heb je een beginnetje nodig, een ‘aansteker’. In de bijbel gaat het over aanstekelijke, opwekkende mensen. We kozen enkele bijbelverhalen uit waarin het visioen van God opnieuw aanslaat en mensen verwarmt!

Abraham en de drie gasten. Abraham Sara tent Bert BoumanAbraham is met zijn vrouw Sara naar een ander land verhuisd. Ze hopen daar op een dag een kindje te krijgen. En later kleinkinderen. Want dát heeft God aan Abraham beloofd: heel veel nakomelingen! Maar er komt geen kindje. Hun vlam van hoop wordt steeds zwakker terwijl zijzelf steeds ouder worden. Ze wonen rustig in hun tent, zorgen voor hun kudde en verwachten niet veel meer.
Op een dag, in de brandende hitte, verschijnt God aan Abraham: er staan ineens drie mannen voor hem. Gasten! Abraham giet water in schalen waarin ze hun voeten kunnen wassen, hij laat een heerlijke maaltijd bereiden en legt zitkussens neer in de schaduw, want gasten, daar zorg je goed voor! ‘Waar is Sara, uw vrouw?’ vragen de mannen. Hij zegt: in de tent. Dan zeggen de gasten: over een jaar komen we terug, dan zal Sara en zoon hebben. Sara in de tent moet erom lachen, ze vindt zichzelf en Abraham te oud voor de liefde. Maar toch gebeurt het. Hun zoon noemen ze Isaak! (Illu: Bert Bouman) Genesis 18,1-15

De herders Kerst Herders Anne Westerduin Bij de geboorte van Jezus was de wereld een koude plek. Een buitenlandse keizer was de baas in het land. Hij onderdrukte het Joodse volk. Hij dwong alle mensen op reis te gaan naar hun familiestad om hun namen te laten opschrijven. Zo werkte hij aan een perfect systeem voor het ophalen van belastinggeld.
Jozef en Maria moesten van Nazareth naar Betlehem reizen, om zich daar te laten inschrijven. Maria was hoogzwanger en de reis was zwaar. Onderweg kreeg Maria een zoon, haar eerstgeborene, Jezus. Ze wikkelde hem in doeken en legde hem neer in een voerbak, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
Niet ver daarvandaan waakten herders over hun kudde. Ineens verscheen hun een engel die vertelde dat de Zoon van God geboren was, de koning van de vrede, en dat ze er gauw op bezoek moesten gaan. De verkleumde herders gingen op weg, en vonden het kindje in de voerbak van hun schapen. Ze begrepen ineens dat de wereld met dit Kind een nieuwe, warmere tijd tegemoet ging. (Illu: Anne Westerduin) Lucas 2,1-21        

Maria en Martha. Maria en Martha Bert BoumanTerwijl Jezus op reis is om overal over het rijk van God te vertellen, komt hij in een dorp waar hij twee zussen kent, Maria en Martha. Ze nodigen hem uit om bij hen thuis te komen uitrusten. Maria is zó geïnteresseerd in alles wat Jezus vertelt, dat ze aan zijn voeten blijft zitten. Ze gaat helemaal op in zijn mooie uitleg. Haar zus Martha is intussen bezig drankjes en gerechten te bereiden en de tafel te dekken. Ineens roept Martha: ‘Heer, kan het u niks schelen dat mijn zus mij laat draven terwijl zij lekker zit te praten?’ Jezus geeft haar geen gelijk. Hij zegt: ‘Martha, Martha, je maakt je druk om zoveel dingen. Maria is gastvrij op háár manier, en dat mag ook!’ Zo legt Jezus uit dat God op allerlei manieren geëerd kan worden, met luisteren, studeren, bidden, huishouden, dienen, werken, zorgen. Het kan allemaal. (Illu: Bert Bouman) Lucas 10

 

De Griekse vrouw. De Syrofenicische vrouw Marcus 7Jezus had door zijn optreden in het Joodse land drommen bewonderaars gekregen. Op een dag glipte hij een huis binnen in de hoop dat niemand zijn schuilplaats te weten zou komen. Toch werd hij gevonden door een vrouw uit Griekenland. Haar dochtertje had last van een kwade geest. ‘Alstublieft, bevrijd mijn dochter van de kwelgeest!’ smeekte ze. Maar Jezus antwoordde: ‘Ik moet eerst nog zoveel kinderen uit mijn eigen volk helpen. Mijn brood is voor de kinderen, niet voor de hondjes.’ Maar de moeder liet zich niet wegsturen! ‘Dat klopt Heer, maar de hondjes mogen toch wel de broodkruimels eten die van de tafel vallen?’ Ze bedoelde: God kan toch ook ons, niet-Joodse mensen, helpen? Haar geloof ontroerde Jezus. Hij zei tegen haar: ‘Omdat je dit zegt, ga maar naar huis, de kwelgeest is weg uit je dochter.’ Ze ging naar huis en vond haar dochter moe, maar genezen op bed aan. Zo begon Jezus’ boodschap steeds meer mensen te verwarmen, over grenzen heen.(Illu: Jean Olivier) Héron Marcus 7,24-30    

Zacheüs.Zacheus Annemarie van Haeringen Jezus ging de stad Jericho binnen. Daar woonde een man die Zacheüs heette. Zijn werk was het ophalen van belastingen bij zijn volksgenoten voor de Romeinse keizer. Daarbij stak hij ook nogal wat in eigen zak en daarom was Zacheüs gehaat bij het volk. Toen hij hoorde dat Jezus de stad bezocht, klom hij in een vijgenboom om stiekem toch iets van die beroemde Jezus te zien. Maar Jezus zag hem zitten en riep: ‘Zacheüs, kom eens naar beneden, ik wil bij jou op bezoek komen.’ De mensen mopperden: ‘Hij kan toch niet bij zó’n slecht mens over de vloer komen!’ Maar Zacheüs ging naar Jezus toe en werd direct een ander mens. Hij zei: ‘Luister Heer, ik geef de helft van al mijn geld aan de armen. En als ik iemand heb bestolen geef ik vier keer zoveel terug om het goed te maken!’ Jezus riep blij: ‘Vandaag is dit huis gered! Ook hier woont een zoon van Abraham!’ Zo bleek het kille geld-hart van de tollenaar ineens te kunnen branden van geloof, hoop en liefde. Hij hoorde er weer bij! (Illu: Annemarie van Haeringen) Lucas 19,1-10

 

De Emmaüsgangers. Maaltijd met Jezus compr Bert BoumanKort na de kruisdood van Jezus gaan twee leerlingen teleurgesteld terug op reis, weg van Jeruzalem, terug naar hun gewone leven van vóór Jezus. Sjok, sjok, sjok. Er komt iemand bij hen lopen die vraagt waar ze over praten. Ze vertellen over de dood van hun vriend Jezus. Hun teleurstelling is duidelijk. Hun visioen is weg, hun hart uitgeblust. Dan gaat de vreemde man vragen stellen, Hij luistert en vertelt uit de Schriften, net als Jezus deed. Er begint weer iets te gloeien bij de twee. ‘Blijf bij ons eten’, zeggen ze, ‘het wordt al donker’. De reisgenoot schuift mee aan tafel. Hij bidt en breekt en deelt het brood. En ineens herkennen ze Hem - en dan is Hij vertrokken. De leerlingen blijven achter, verwarmd, dankbaar. ‘Brandde ons hart niet in ons toen Hij uitleg gaf?’ Zo begint de warme gemeenschap die we nu de kerk noemen. (Illu: Bert Bouman) Lucas 24,13-31.

Kun jij je een tijd herinneren dat je futloos was en geen visioen meer had? Wat is er gebeurd dat je tóch weer zin kreeg om mee te doen? Wie bracht je vlammetje weer tot leven? En heb je zelf weleens iemand enthousiast gemaakt?

Artikelen in dit thema Winterwarmte delen

Kapel: steek gratis kaarsje op

Steun Geloven thuis

Ben je een fan/vriendin van Geloven Thuis? Om door te kunnen gaan hebben wij jouw financiële steun hard nodig. Via deze button kun je ons (Adveniat) een bedrag schenken om de site mogelijk te maken. Word jij een vriend uit duizenden? Dankjewel!

Steun Geloven thuis

Gratis nieuwsbrief

Iedere maand leuke tips, knutsels en verhalen onder onze vaste rubrieken! Vul je naam en e-mailadres in en ontvang de gratis nieuwsbrief.

Volg ons op facebook