Adventsverhaal

Drie meneertjes in de winter

Er waren eens drie meneertjes. De eerste heette Subiet. De tweede heette Vanplan. De derde heette Advent. Ze woonden naast elkaar in een gezellige straat. Meneer Subiet was buschauffeur, meneer Vanplan was verzekeringsagent en meneer Advent was tuinman.
"s Morgens, als ze naar hun werk gingen, groetten ze elkaar. "s Avonds dronken ze een kopje thee om de beurt bij een van hen thuis.
Op een koude avond zei meneer Subiet: "De mensen in de bus waren zo somber vandaag. Volgens mij voelen ze dat de winter eraan komt."
"Gouden tijden voor mij!" zei meneer Vanplan handenwrijvend. "Ik verkoop de laatste tijd extra veel verzekeringen. Mensen dekken zich in tegen vorst en kou, inbraak en ziekte."
"In mijn vak is het opruimtijd," zei meneer Advent. "Ik veeg bladeren, haal dode planten weg en ik stop bollen onder de grond. Dan klagen de mensen over hun kale tuin."
"Maar wij zijn toch niet somber?" zeiden ze. "Nee, wij niet. Wij komen samen gezellig de winter door." Ze namen nog een koekje.
Ineens zei meneer Subiet: "Laten we een feest houden. Een winterfeest voor alle mensen tegen de somberheid!" Dat was een prachtidee.
Meneer Subiet stelde voor posters op te hangen met: "Komt Allen naar het Winterfeest Aanstaande Zaterdag om 8 uur in het Busstation. Iedereen Welkom!"
"En hoe wou je dat dan voor elkaar krijgen, Subiet?"zei meneer Vanplan. "Je moet toch eten en drinken kopen, versiering aanbrengen, muziek regelen voor de jongeren en vervoer voor de ouderen en niet te vergeten een verzekering tegen brand en ongeluk … zo"n feest moet je plannen, dat kan op zijn vroegst vólgend jaar." De meneertjes werden ineens zelf somber. Zo lang wachten.
Toen zei meneer Advent: "Vrienden, wat helpt tegen de somberheid? Niet zomaar een feest, maar de voorpret, de verwachting. Ik zeg: het feest is over vier weken. Iedereen moet meehelpen!" En zo gebeurde het. Meneer Subiet maakte posters. Meneer Vanplan ging mensen regelen die mee wilden helpen. En meneer Advent? Die maakte een grote groene krans met vier kaarsen. Voor elke week een.



Marjet de Jong

terug naar nieuwspagina
lees verder in de voorleeshoek